VOETBALBLESSURES VERVOLG

 

 

Voetbalblessures

Voetballen heeft vele gezondheidsvoordelen, maar er kleeft ook een keerzijde aan. In deze tak van sport komen relatief veel blessures voor. Dit is deels te wijten doordat het een contactsport is. Voetbalblessures ontstaan niet altijd door toedoen van de tegenstander. De meeste voetbalblessures ontstaan bij het wenden en keren zonder contact te hebben met medespelers. Voetballers met een gebrekkige looptechniek, onvoldoende uithoudingsvermogen en een tekort aan spierkracht hebben een verhoogde kans op blessures.

Voetbalblessures in getallen

Voetbal is wereldwijd gezien de meest beoefende sport en Nederland is hier geen uitzondering op. Maatschappelijk gezien verdienen om die reden voetbalblessures al voldoende aandacht. In zijn totaliteit worden er jaarlijks meer dan een half miljoen veldvoetbalblessures gerapporteerd. Dit maakt deel uit van 19 procent van alle sportblessures. In de voorbereiding op het seizoen is het vooral de quadriceps die een speler parten kan spelen. Gedurende het seizoen zijn het andere spieren die in negatieve zin op de voorgrond treden zoals de adductoren, hamstring en de kuitspieren.

 Het aandeel blessures door veldvoetbal dat op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) behandeld wordt, vormt met 49.000 blessures bijna een derde van alle op de SEH-afdeling behandelde sportblessures. In vergelijking met andere sporten worden veldvoetballers op de Spoedeisende Hulpafdeling viermaal zoveel gezien, maar daarentegen minder frequent dan zaalvoetballers. Hieruit kun je concluderen dat zaalvoetbal relatief gezien meer kans geeft op ernstig letsel en met name aan de enkels.

 Indien je graag aan veldvoetbal wilt deelnemen en blessuregevoelig bent dan is het niet onverstandig om als keeper je opwachting te maken. Keepers hebben namelijk van alle posities in het veld de minste kans op blessures. Het meeste risico op voetbalblessures heb je als middenvelder, kort gevolgd door verdedigers. Ook leeftijd speelt hier een rol in. Ouderen (>30 jaar) raken vaker geblesseerd dan hun jongere teamgenoten. Naarmate je ouder wordt neemt de doorbloeding in de weefsels af en daarmee ook het herstelvermogen. Overbelastingsklachten zullen zich hierdoor eerder presenteren. Bovendien zijn ouderen vaak minder goed getraind en vergeten weleens dat het lichaam niet altijd zo jong is als de geest.

Meer voetbalblessures op kunstgras?

Voetballers spelen vaker op harde ondergronden. Niet alleen in sporthallen, maar ook in de buitenlucht. De laatste jaren is er namelijk een trend ingezet om het natuurlijke gras in te ruilen voor kunstgras. Dit wordt vaak toegepast als het gewone gras niet genoeg gedijt. Bovendien is kunstgras onderhoudsvriendelijker. Of voetballers hier ook voordeel bij hebben is nog maar de vraag.

 Voor veel voetballers valt het niet mee om afwisselend op kunstgras en natuurlijk gras te spelen. Deze overgang kan in het begin gepaard gaan met de nodige spierpijn. De gewenning is voor veel voetballers een reden om aan te nemen dat het spelen op kunstgras een verhoogde kans geeft op blessures. Ook bij trainers leeft het idee dat het aantal blessures door het spelen op kunstgras is toegenomen. Voor kunstgras van de derde generatie is hiervoor echter geen wetenschappelijk bewijs gevonden. Inmiddels is over dit onderwerp wetenschappelijk onderzoek verricht in diverse landen, op verschillende niveaus, binnen diverse leeftijdscategorieën en tussen mannen en vrouwen. Ook het aantal blessures evenals de soort en de mate van de voetbalblessure op gras in vergelijking met derde generatie kunstgras is onderzocht. Het aantal, de soort en de mate van ernst van de blessures verschilt niet veel tussen gras en kunstgras. Het verschil loopt wel op indien het vergeleken wordt met eerdere generatie kunstgrasvelden.

 Op kunstgras lijken zich echter meer laterale enkelverzwikkingen voor te doen. Hoe kan dit? Mogelijk is een deel van de perceptie gebaseerd op ervaringen met het hardere en stroevere eerste en tweede generatie kunstgras. Daarentegen komen er op natuurlijk gras juist meer knieblessures voor.

Preventieve maatregelen voor het voorkomen van voetbalblessures

Binnen de literatuur komt vrij duidelijk naar voren dat de bewegelijkheid in het heupgewricht en de spierkracht in zowel de hamstrings als de quadriceps niet over het hoofd mag worden gezien. Krachttraining is een vorm van training dat in vrijwel iedere tak van sport terugkomt. Enerzijds om blessures te voorkomen, anderzijds om de prestaties te optimaliseren.

 Veldvoetballers dienen extra aandacht te schenken aan de spieren rondom de knie, te weten de hamstrings en de quadriceps. Aangetoond is dat er van de zogenaamde uitvalspassen en de Nordic curl een preventieve werking uitgaat. Ook coördinatie oefeningen (balansoefeningen) voor de enkels is het aanbevelen waard en in het bijzonder voor zaalvoetballers en spelers die op kunstgras spelen. Vooral vrouwen zullen hier alert op moeten zijn aangezien ze bijna tweemaal zoveel kans op een enkelverzwikking hebben dan mannelijke voetballers.

 Bovendien is het belangrijk dat de perceptie van de trainingsintensiteit bij zowel de trainer als de speler overeenkomen. Onderzoek toont namelijk aan dat het niet zelden voorkomt dat voetballers harder trainen dan wat de trainer zich had voorgesteld. Spelers kunnen hierdoor overtraind raken en overbelastingsklachten zullen zich eerder openbaren. Voor een coach is het belangrijk om een goede inschatting te maken van de belastbaarheid van de spelers op individueel niveau. Vooral op amateurniveau loopt de fysieke gesteldheid tussen spelers onderling nogal uiteen. Overbelasting door training kan niet geheel in de schoenen worden geschoven van de trainer. Spelers hebben hier ook een eigen verantwoording in en dienen lichaamssignalen leren te herkennen en daarna te handelen en dat bespreekbaar te maken bij de trainer.

Bron: optimaalsporten.nl